Waarom leren we zo weinig van onze psychische verwondingen?
11 oktober 2020
Als we fysieke klachten ervaren, weten we meestal redelijk goed wat we moeten doen. Sommige problemen of verwondingen kunnen we zelf verzorgen. We gebruiken een pleister als we in onze vinger snijden of we nemen een aspirine als we hoofdpijn hebben. En mocht zich onverwacht een situatie voordoen waarin we geconfronteerd worden met ernstige of voortdurende klachten, dan zoeken we hulp van een medisch specialist. Niemand zal minder over ons denken als we een keer medische hulp nodig hebben voor fysieke klachten.
Helaas geldt dit alles niet voor psychische klachten. Terwijl we vrijwel allemaal als kind al van onze ouders (of verzorgers) hebben geleerd hoe we ons lichaam kunnen verzorgen, hebben de meesten van ons nooit geleerd hoe we onze geest kunnen verzorgen. We weten vaak niet goed hoe we kunnen handelen als we worden geconfronteerd met alledaagse lichte psychische verwondingen, zoals afwijzing, eenzaamheid, falen, gevoelens van depressie, stress, verlies, of een lage zelfwaarde. Een hoestdrankje, een ontsmettingsmiddel of een ander praktisch hulpmiddel uit onze fysieke eerste hulp kist helpen ons hier niet mee. En onze psychische eerste hulp kist is vaak leeg of maar beperkt gevuld. Dus wat gebeurt er als we worden geconfronteerd met een ernstige psychische klacht? Of als onze alledaagse psychische verwondingen chronisch worden omdat we ze niet de juiste verzorging hebben gegeven? Zoeken we dan hulp van een expert? Hoewel dit langzaam begint te veranderen, rust er helaas nog steeds vaak een stigma op psychische verwondingen en op het vragen om psychische hulp. We geloven dat anderen minder over ons zullen denken als we psychische hulp nodig hebben.
De manieren waarop we met onze problemen omgaan, maar ook de mate waarin we daadwerkelijk iets leren van onze problemen, hangt direct samen met onze perceptie en onze verwachtingen. Als we de verwachting hebben dat we in staat zullen zijn om effectief met onze problemen om te gaan of als we de verwachting hebben dat het ons zal lukken om tot goede oplossingen te komen, zullen we flexibeler met onze problemen omgaan en nieuwe strategieën blijven bedenken en toepassen als onze huidige strategieën niet werken. Terwijl we onze flexibiliteit en het vermogen om nieuwe strategieën te bedenken snel verliezen als we de perceptie hebben dat het falen van onze huidige strategieën een bevestiging is van onze tekortkomingen. Onze beperkte kennis van psychische eerste hulp zorgt ervoor dat als we geconfronteerd worden met een (alledaagse) psychische verwonding, we maar een zeer beperkt aantal standaard behandelstrategieën tot onze beschikking hebben om mee te variëren. En daarnaast kan het stigma dat op psychische problemen rust, en de schaamte die hiermee gepaard gaat, er eenvoudig voor zorgen dat onze zelfwaarde verder wordt aangetast. Hierdoor zal het niet alleen extra moeilijk zijn om flexibel te acteren in het geval we geconfronteerd worden met een psychische verwonding, maar is het ook extra moeilijk om iets te leren van onze problemen.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat de manier waarop ons brein werkt ervoor zorgt dat we leren van het onverwachte, van dingen die ons meer inspanning kosten en als we vertrouwen hebben in onze capaciteiten. Onder de verzamelnaam “reward prediction error” hebben diverse onderzoekers aangetoond dat dopamine neuronen, en de bijbehorende beloningscircuits in ons brein, een belangrijke rol spelen bij leren. Onze dopamine receptoren worden geactiveerd als de beloning die we ontvangen, afwijkt van wat we verwachten. Als er als het ware een “fout” optreedt in de verwachte beloning. In het geval van onze eerste hulp bij psychische verwondingen gebeurt dit bijvoorbeeld als de toepassing van een nieuwe strategie (waarvan we op voorhand niet weten of deze zal werken) effectief is. Onze dopamine receptoren worden niet geactiveerd als de beloning overeenkomt met wat we verwachten. Dus als we een bestaande strategie uit onze psychische eerste hulp kist toepassen waarvan we op voorhand verwachten dat deze effectief zal zijn (omdat het een beproefde strategie is die we in vergelijkbare situaties al vaker succesvol hebben ingezet), reageren onze dopamine receptoren niet als de toepassing van de strategie voldoet aan de verwachtingen. Ons brein doet hier iets slims. Omdat onze dopamine receptoren reageren op het onverwachte, worden onze dopamine receptoren in dit geval niet geactiveerd in reactie op de beloning zelf, maar in plaats daarvan als we een stimulus (hier hebben we zelf geen invloed op dus dit is onverwacht) waarnemen die een voorspellende waarde heeft dat deze strategie succesvol zal zijn. Ons brein vormt een patroon dat ervoor zorgt dat als zich een stimulus voordoet die voorspellend is voor een beloning, een gepaste motivatie ontstaat om een bekende succesvolle strategie toe te passen. Uiteraard kan een onverwachte beloning, of een “fout” in de verwachte beloning als je wilt, er vervolgens weer voor zorgen dat dit patroon wordt aangepast als de strategie niet langer werkt.
Psychologen weten al langer dat we een beloning meer waarderen als we er harder voor hebben gewerkt. Echter, tot vrij recent was het onduidelijk of en hoe onze inzet een invloed heeft op de manier waarop ons brein beloningsinformatie verwerkt. Om te onderzoeken of de activatie van dopamine receptoren bij een “reward prediction error” samenhangt met de moeite die het kost om een strategie uit te voeren, hebben onderzoekers aan de Tamagawa University electroden in het brein van Japanse apen geplaatst. De onderzoekers lieten de apen een taak uitvoeren onder twee condities, één conditie waarbij het de apen weinig moeite kostte om de taak uit te voeren en één conditie waarbij de apen veel moeite moesten doen om de taak uit te voeren. Uit het onderzoek bleek dat als de apen een taak hadden uitgevoerd onder de conditie waarbij ze veel moeite moesten doen, de dopamine receptoren een toegenomen reactiviteit vertoonden bij zowel de waarneming van een voorspellende stimulus als in reactie op de beloning zelf. Bovendien bleek dat de apen sneller leerden als de taak meer inspanning vereiste.
Als we worden geconfronteerd met een fysieke verwonding hebben we een goed gevulde eerste hulp kist achter de hand. Er zijn diverse stimuli die ervoor kunnen zorgen dat we worden gemotiveerd om een bekende strategie toe te passen. Een verwonding aan de huid maken we goed schoon, een kriebel in de keel kunnen we verzachten met wat honing, een verstuikte enkel koelen we, enz. En als een standaard strategie in een onverwachte uitkomst resulteert (niet werkt), reageren we flexibel en proberen we een alternatieve strategie.
Dit kan heel anders verlopen als onze eerste hulp kist leeg of veel minder goed gevuld is. Zoals voor veel mensen het geval is als het gaat om psychische verwondingen. Als we worden geconfronteerd met een psychische verwonding en we verwachten dat we niet met een goede oplossing kunnen komen of we ervaren de verwonding als een persoonlijke tekortkoming, dan zullen we onze flexibiliteit snel verliezen en het erg moeilijk vinden om alternatieve strategieën te bedenken. Onze inspanning om te zoeken naar nieuwe strategieën neemt snel af. Er zijn nauwelijks bestaande strategieën beschikbaar om toe te passen dus iedere stimulus resulteert in vrijwel dezelfde aanpak. En aangezien we al verwachten dat onze strategie weinig oplevert, is de uitkomst geen verrassing. Onze dopamine receptoren worden niet geactiveerd omdat de uitkomst precies is wat we verwachten en onze inspanning minimaal is. Als een gevolg leren we niet of nauwelijks iets van onze psychische verwonding. Het is niet voor niets dat veel mensen, als blijkt dat hun standaard strategie om een psychische verwonding te behandelen niet werkt, bij gebrek aan flexibiliteit uitsluitend proberen om dezelfde strategie beter toe te passen.
Stel je voor dat je stelselmatig aan het einde van de werkdag nog stapels werk en onbeantwoorde e-mails hebt liggen. Dit begint je op te breken. Je hebt veel last van stress, je slaapt slecht omdat je ’s nachts begint te piekeren en je bent kortaf tegen de mensen om je heen. Hoe ga je hiermee om? Als je het probleem ervaart als een bevestiging van het feit dat je tekortschiet, is de kans groot dat je tot de conclusie komt dat je gewoon iets harder moet werken. Misschien besluit je om iedere avond na het eten een uurtje extra te werken om je onbeantwoorde e-mails te beantwoorden of om iedere morgen een uurtje eerder te beginnen zodat je alvast wat werk kunt doen voordat je collega’s binnen komen. Een andere optie is dat je tot de conclusie komt dat je goed bent in je werk en je verwacht dat je in staat bent om een goede oplossing te bedenken. Je besluit dat de manier waarop je dingen tot zover hebt gedaan niet langer meer goed werken. Misschien besluit je om alleen nog zaken via e-mail te behandelen die niet persoonlijk kunnen worden afgewikkeld. En ga je met je collega’s het gesprek aan om te overleggen welke veranderingen dit voor jullie samenwerking betekent.
Psychische verwondingen zijn net zo gewoon als fysieke verwondingen. Helaas zorgt de bestaande onbekendheid ervoor dat het onbemind is. We investeren niet in de behandeling van psychische verwondingen en leren daarom minder van onze ervaringen. Het is hoog tijd dat we hier verandering in brengen. Gelukkig weten we nu dat we sneller leren als we meer moeite investeren.
Zoals de meesten van ons een achterstand hebben in te lopen op het gebied van de omgang met psychische verwondingen, hebben onze organisaties (bedrijven, overheden, enz.) een achterstand in te lopen op het gebied van de omgang met complexe problemen. Zo vertelde onze minister president ons tijdens zijn laatste persconferentie over de omgang met Covid-19 dat we een grotere hamer nodig hebben. Dit roept vragen op over de inhoud van de eerste hulp kist die we beschikbaar hebben bij complexe problemen. Is deze kist alleen gevuld met hamers? Meer hierover in het volgende blog.
Geraadpleegde bronnen:
Johnmarshall Reeve and Woogul Lee. “Motivational Neuroscience.” The Oxford handbook of human motivation. Oxford University Press, New York, 2019. 355-372.
Shingo Tanaka, John P. O’Doherty and Masamichi Sakagami. “The cost of obtaining rewards enhances the reward prediction error signal of midbrain dopamine neurons.” Nature Communications 10.3674 (2019): 1-13.