Waarom onze sociaal maatschappelijke ontwikkelingen achterblijven

20 april 2021

Over de afgelopen decennia hebben we indrukwekkende technologische ontwikkelingen doorgemaakt. Zo zijn drie verschillende landen er bijvoorbeeld begin dit jaar in geslaagd om op Mars te landen, gebruiken artsen ‘augmented reality’ voor operaties en behandelingen en maakt de ‘Large Hadron Collider’ (LHC) het mogelijk om de meest complexe natuurkundige theorieën te toetsen.

Onze ontwikkelingen op technologisch vlak staan in schril contrast met onze sociaal maatschappelijke ontwikkelingen. We kunnen communiceren en informatie delen met mensen over de hele wereld met slechts enkele microseconden vertraging. Maar is het ons de afgelopen decennia gelukt om problemen als racisme en ongelijke behandeling te verminderen? Is het ons gelukt om geweld, criminaliteit en terrorisme te verminderen? Of is het ons gelukt om industriële vervuiling en ecologische rampen te verminderen?

Technologische ontwikkelingen worden meestal gedreven door universiteiten, technische instituten en private organisaties. Door organisaties en mensen met een onbedwingbare wens en motivatie om nieuwe mogelijkheden te verkennen en grenzen te verleggen. Anders dan bij onze sociaal maatschappelijke vraagstukken wordt de motivatie tot ontwikkeling bij deze mensen niet onderdrukt door de aanname dat de bestaande concepten en systemen wel goed genoeg zijn en niet hoeven te worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de wetenschappers van het National Institute of Standards and Technology (NIST) in Boulder Colorado die jaren lang hebben gewerkt aan een atoomklok op basis van strontium atomen. Met deze atoomklok lukte het de wetenschappers om de atoomtijd meer dan 100 keer nauwkeuriger te meten dan tot dat moment mogelijk was met de atoomklokken op basis van Cesium atomen. En voor de beeldvorming, de oude cesium atoomklokken weken maximaal 1 seconde af in 30 miljoen jaar tijd. Zelfs met de nieuwe strontium atoomklok, die in 15 miljard jaar tijd maximaal 1 seconde afwijkt, gaan onderzoekers onverminderd door met hun zoektocht naar de beste manier om tijd te kunnen meten. Zolang er niet besloten wordt dat de atoomklok wel goed genoeg is, kunnen onderzoekers de grenzen blijven verleggen. Hoe anders is dit voor onze sociaal maatschappelijke vraagstukken?

We gaan ervan uit dat onze sociaal maatschappelijke concepten en de bijbehorende instituten nodig zijn en goed genoeg functioneren. Misschien zijn er af en toe wat problemen maar die kunnen worden opgelost als ze zich voordoen. Veranderingen en ontwikkelingen zijn niet nodig tenzij omstandigheden hierom vragen. Als zich incidenten voordoen die duiden op ongelijke behandeling, discriminatie of onrechtvaardigheid, dan hopen we dat wat aanpassingen in het beleid de problemen zullen oplossen. We geloven dat wij – door de structuur van de organisatie te veranderen – het systeem zo kunnen programmeren dat de gewenste uitkomsten gegarandeerd zijn.

Veranderingen die worden geforceerd door grote problemen of een crisis, worden zonder problemen geaccepteerd. En het overleven van een crisis wordt als een prestatie gezien. Voor veranderingen die zijn bedoeld om het systeem beter te maken is het veel moeilijker en soms onmogelijk om de benodigde steun te krijgen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sociaal maatschappelijke ontwikkelingen op een lineaire evolutionaire manier plaatsvinden. Ontwikkelingen volgen bijna alleen in reactie op externe druk en behoeften, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering, economische omstandigheden of maatschappelijke protesten.

Onze samenleving is een complex systeem. Dit betekent dat de eigenschappen ontstaan uit de interacties van de onderdelen (zoals bijvoorbeeld onze organisaties, instituten, concepten, processen, procedures en mensen) met elkaar, met de omgeving en met het systeem zelf. Helaas loopt onze evolutionaire sociaal maatschappelijke ontwikkeling niet in de pas met onze technologische ontwikkelingen. Sterker nog, zelfs lineaire evolutionaire ontwikkelingen worden vaak geremd. Dit is mogelijk omdat wij, anders dan planten en dieren, niet alleen worden beïnvloed door onze omgeving, maar in staat zijn om zelf onze omgeving te beïnvloeden. Op deze manier kunnen we voorkomen dat onze organisaties en concepten zich hoeven te ontwikkelen terwijl we hun bestaansrecht borgen (uitsterving is geen gevaar).

Onze sociaal maatschappelijke systemen zijn niet zo goed dat ze niet voor verbetering vatbaar zijn. Om de analogie met de atoomklok er nog even bij te halen, we zijn nog lang niet op het punt aanbeland dat onze systemen maximaal 1 seconde afwijken in 30 miljoen jaar tijd. De bril waardoor we onze sociaal maatschappelijke vraagstukken beschouwen, beperkt onze mogelijkheden om lineaire evolutionaire ontwikkelingen door te maken. En sprongsgewijze ontwikkelingen zijn vaak volledig uitgesloten. Om sociaal maatschappelijke ontwikkelingen op gang te brengen zullen organisaties, en de mensen die hier werken, de kans moeten krijgen en gemotiveerd moeten worden om nieuwe mogelijkheden te verkennen en grenzen te verleggen. Het is hoog tijd om afscheid te nemen van de aanname dat onze systemen en concepten wel goed genoeg zijn.

Lineaire evolutionaire ontwikkelingen in reactie op problemen kunnen niet fout gaan en zijn eenvoudig te rechtvaardigen. Maar om sprongsgewijze ontwikkelingen door te kunnen maken moeten we onze angst om fouten te maken onder ogen zien en ons open stellen voor positieve proactieve benaderingen. Dus laten we ons eens afvragen: Wat willen we graag bereiken? En als we deze vraag in behandeling nemen, laten we dan ook eens stil staan bij het verschil tussen een organisatie die is geprogrammeerd om wenselijke eigenschappen (zoals bijvoorbeeld integriteit, verdraagzaamheid en innovatie) uit te voeren en een organisatie die zich zo gedraagt dat wenselijke eigenschappen onvermijdelijk zijn en natuurlijk volgen. 

Take care to get what you like or you will be forced to like what you get.

George Bernhard Shaw (1856-1950), Man and Superman, 1903.

Scroll naar boven